1. Meten en uitzetten
Volg bij het positioneren strikt de markeringen op de bouwtekeningen, volgens de door de plaatselijke toezichthoudende ingenieur aangeleverde referentiepunten en hoogtemeters. Gebruik een waterpas om de objecten uit te zetten en lever deze ter inspectie in bij de plaatselijke toezichthoudende ingenieur.
2. Funderingsput graven
De funderingsput moet strikt volgens de door het ontwerp vereiste hoogte en geometrische afmetingen worden uitgegraven. Na het graven moet de fundering worden gereinigd en verdicht.
3. Fundering gieten
(1) Volg strikt de materiaalspecificaties die zijn gespecificeerd in de ontwerptekeningen en de bindmethode die is gespecificeerd in de technische specificaties, voer het binden en installeren van de basisstalen staven uit en verifieer dit met de aanwezige toezichthoudende ingenieur.
(2) De funderingsonderdelen moeten thermisch verzinkt zijn.
(3) Het storten van beton moet gelijkmatig en volledig worden geroerd, rekening houdend met de materiaalverhouding, in horizontale lagen worden gegoten en de dikte van het trilstampen mag niet meer dan 45 cm bedragen om scheiding tussen de twee lagen te voorkomen.
(4) Het beton wordt twee keer gestort, de eerste keer wordt het ongeveer 20 cm boven de ankerplaat gestort, nadat het beton aanvankelijk is uitgehard, wordt het schuim verwijderd en worden de ingebedde bouten nauwkeurig gecorrigeerd, waarna het resterende deel van het beton wordt gestort om de fundering te verzekeren. De horizontale fout van de flensinstallatie bedraagt niet meer dan 1%.